1/18/2022 0 Reacties CC3Vandaag wandelde ik over de uiterwaarden langs de rivier de Maas. Op de weg terug stond de zon zo laag aan de hemel dat ik een wonderlijk schouwspel ontwaarde. Ik zag wat een weg leek van webben. Meters lang en meters breed liep de laan van spinnenrag over het gras. Heen en weer. Heen en weer. Een heel groot netwerk van net-niet-doorzichtige draden. Een vangnet. Nadat ik er voorbij was gelopen liep ik nog eens terug, want het werk was onzichtbaar wanneer ik met mijn rug naar de zon toegekeerd was. Juist in de lage stralen van de zon werden de gesponnen draden zichtbaar. Nog nooit had ik zoiets zo subtiel gezien en het bracht me in opperste staat van verwondering en ontzag.
Verder wandelend, de winterse warmte van de zon in mijn gezicht, kwam er het hersenspinsel in me op van een web zoals dit; ragfijn maar ijzersterk, over de hele aarde. Een vangnet dat tegen een ieder zegt: ‘I’ve got your back, baby’. Verder fantaserend bedenk ik me dat wij zelf zo’n spinnenweb stelsel hebben in ons eigen lichaam, genaamd het bindweefsel. Wat een spektakel is dat! De foto’s ervan dan, want helaas kunnen we nog niet in ons eigen lichaam kijken. In de lessen yinyoga die ik geef, heb ik het, naast over bindweefsel, vaak over de ondersteuning die de ondergrond waarop je ligt, staat of zit je geeft. De eerste keer dat ik dat zelf ervaarde was dat niets minder dan een openbaring. Ik besefte: ik hoef mezelf niet hoog te houden, groot te houden, het allemaal zelf te doen. Ik mag de aarde mij laten dragen. In de vorm van een yogamatje, de grond, een bed, aarde of zand. Of: een massagebank. Want, een masseuse zei eens tegen mij, na haar behandeling: ‘Het was net of je boven te tafel hing in plaats van erop lag’. Ja. Ik was niet gewend me over te geven. Ik was gewend om me groot te houden, alles zelf te doen, ten strijde te trekken tegen het leven en me niet afhankelijk van anderen op te stellen. Steun? Dat was voor sukkels (blijkbaar is dit iets van enneagram type acht(voor kenners)). Tijdens een zomervakantie ben ik eens naar Italië afgereisd voor een dansweek. De week ging over de belichaming van de psoas-spier. Tegen het einde van de week was er een intens intieme oefening waarbij je twee aan twee ging lopen en één iemand zijn of haar hand, over de kleren van de ander om diens stuitbeen gekruld hield. Je liep zo langzaam dat de één steeds de hand van de ander bleef voelen. Op het moment dat ik deze oefening deed, ervaarde ik zo’n grote steun dat ik weer emotioneel wordt als ik eraan denk. Het voelde als thuiskomen. Maar toen ik echt thuis was en het verhaal van deze ervaring aan mijn toenmalige vriend vertelde, vergezelde ik het verhaal van het verwijt dat hij mij die mate van steun niet bood. Hij zei toen: ‘Jij laat me niet toe’. En al kon ik het toen niet zien: hij had gelijk. Ik liet hem me niet dragen, net zoals ik me lange tijd niet liet dragen door yogamatjes, massagebanken of het leven zelf. 'Ikke zelluf doen', zei de blijkbaar nog steeds ergens drie jaar oude Frauke. Ik had een zowel confronterend als verbindend gesprek gehad, voor de wandeling. Net voor ik het speciale spinnenragweb ontdekte, huilde ik tranen van een verdriet waarvan ik niet wist dat ze op me wachtte. Ik liet ze toe, omdat ik onbewust de veiligheid voelde van een onzichtbaar vangnet that had my back (and my CC3). En, na de schoonheid te hebben aanschouwd die de spinnen hadden geweven, leunde ik er in gedachten in, en liet me dragen door dat onzichtbare maar voelbare vangnet dat leven heet.
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
AuteurFrauke, 33 jaar Archieven
Juni 2019
Categorieën |