T12 is een fluoriserende lamp, een Russisch wapen, een superzware vernietigingsbom, een Turks geweer, een tank van medium formaat, een voertuig op drie wielen, een satelliet, een bacterie die verantwoordelijk is voor de roodvonk griep, een station waar de metro van Tokyose langskomt, een classificatie voor gehandicaptenatletiek. O, en de twaalfde en tevens laatste wervel van het thoracale deel van je wervelkolom.
Mijn planning was om de blogs over het thoracale gedeelte van onze wervelkolom medio 2019 af te hebben. Zodat ik vóór 26 januari 2020 mijn 33 blogs afgeschreven zou hebben. Een jaar geleden schreef ik zelfs: Komend jaar beloof ik, met mijn hand op mijn levengevende borst, 33 verhalen te schrijven. Van C1 tot het laatste staartwerveltje. Amen. En nu ben ik opeens 34. En even dacht ik: Ik heb gefaald! Gelukkig ben ik creatief genoeg het leven naar mijn hand te zetten en bedacht me: Als ik slechts drie lettertjes verander aan mijn belofte van vorig jaar klopt het weer: Komende jaaren beloof ik, met mijn hand op mijn levengevende borst, 33 verhalen te schrijven. Van C1 tot het laatste staartwerveltje. Amen. Ik heb bedacht: ik ga me gewoon stiekem nog een jaartje 33 voelen en dat onderstrepen door stoïcijns door te gaan met mijn verhaaltjes. En blijf ik dingen schrijven die me tot zwijgen brengen of tot creatie aanzetten. Alsof mijn fantastische 34e verjaardag niet heeft plaatsgevonden. Want ooooo… wat was de laatste (echte) dag drieëndertig een waardig afscheid! Die dag staat in mijn geheugen gegrift. De dag die mijn geliefde mij al weken van te voren had gevraagd te blokken (want op mijn verjaardag zelf gaf ik immers zelf al een klein feestje). Het ging zo: (’s Ochtends, 8 uur) “Ogen dicht. Wat voel je?” vroeg hij. “Het voelt groot en vierkant. Ik ruik hout. Het voelt gladgeschuurd. Ik voel een metalen hengsel,” antwoordde ik. Ik deed mijn ogen open en voor mij stond een koffer. Een zelfgemaakte koffer. En toen ik de schuif optilde verschenen er rijen met potjes. “Huh?! Heb ik ooit gezegd dat ik dit wilde?” Al jaren droomde ik van een draagbare kruidenkoffer. Een soort dokterskoffer met medicijnen, maar dan met kruiden. Zodat ik al mijn specerijen mee zou kunnen nemen wanneer ik op locatie kook. Maar naar mijn weten had ik mijn droomkoffer-idee nooit tegen iemand verteld. En dat was ook zo. Hij had mijn heimelijke droom gerealiseerd zonder te weten hoe graag ik dit wilde of…. überhaupt dát ik het wilde! En dit was nog maar het begin van de dag… Er zaten 34 potjes in de kruidenkoffer. Sommige met specerijen, andere met tapas voor de lunch. En 10 met een briefje erin. Die briefjes waren gedichtjes en tevens aanwijzingen en cryptische omschrijvingen voor dat wat me te wachten stond. Het begon met een ontbijt van de mooiste zelfgemaakte taart met ál mijn lievelingssmaken (macadamia, vijg, vanille, framboos, kokos, passievrucht, kaneel en chocola). Het getal 34 was uitgesneden uit de bovenste laag van framboos en gevuld met passievruchtencoulis. Wat een meesterwerk; mooi, strak gelaagd en super lekker! Onze fietsen gingen achterop de nieuwe fietsendrager van de auto en halverwege de rit moest ik een blinddoek opdoen zodat ik niet zou weten waar de rit heenvoerde. We luisterden naar een podcast met de diepe, rijke mannelijke stem van Matthew McConaughey die een verhaal vertelde over de grootsheid van het universum. Ik droomde weg bij omschrijvingen van sterren en planeten, bijen, jachtluipaarden, hibiscusbloemen en lichtgevende vissen op de bodem van de zee. Toen ik mijn blinddoek afdeed waren we in… Scheveningen! We gespten de fietsen los en fietsten naar een strandovergang. Daar liepen we over de duinen naar de zee. Hij maakte foto’s terwijl mijn haren dansten in de wind, mijn handen verkleumden. En toen deden we al onze kleren uit en renden de zee in. Het was 3,4 graden en na een halve minuut voelde ik mijn voeten niet meer, waren mijn knieën blauw en gilde ik van vreugde, kou en gekkigheid. Terug in de warme auto maakten we een tafeltje van het schuifdeurtje van mijn kruidenkast en aten uit de potjes, gevuld met lekkere hapjes. Dikke groene, rijk gemarineerde olijven, zoete zongedroogde tomaatjes, hummus en ook guacamole met bruisende gefermenteerde tomaat. Na de brunch reden we naar Leiden, waar we de auto neerzetten en doorfietsten naar de stad. Daar brachten we een bezoek aan de bananenbomen, olifantsoren, varens en andere tropische gewassen van de Hortus Botanicus. Harige, gladde, ruwe, zachte bladeren en basten onder mijn vingers. Ingenieuze vormtekeningen van blad en bloem. Welk een schoonheid. Een cafeetje. Een theetje. En daarna een driegangen diner bij Hoezo?; een veganistisch restaurant met muren van donkergroen en vuursteen-rood. Naast rijke rode wijnen werd ons een sublieme soep van romanesco, kokos en citroengras geserveerd. Als hoofdgerecht een kruidige curry met kikkererwten pannenkoekjes, frisse chutney, geweckte rode ui. Het dessert was een hoge taart van amandel, dadel, kokos en veel chocolade. Een beetje dronken liepen we naar de schouwburg, voor een acrobatische theatervoorstelling over een relatie tussen twee. Ik vroeg me steeds tijdens al dit af: Ben ik in de hemel beland? De aarde was ver weg te zoeken onder mijn verwende voeten. O, en in de ochtend van mijn echte verjaardag mocht ik nog een schat opgraven met een spade aan de Maas…
1 Reactie
11/20/2019 0 Reacties T11T11 is een weg in Spanje, een metrolijn in Stockholm, een torpedotype voor Duitse onderzeeërs, een parachute van het Amerikaanse leger, een trainingsvliegtuig dat gebruikt werd door de Amerikaanse luchtmacht tussen 1937 en 1970, een buslijn in Madrid, een type vliegtuig, een stoomlocomotief, de zesde Sovjet-Indiaanse ruimtemissie met het ruimtevaartuig Sojoez T en de 11e borstwervel.
De verhaaltjes van deze blog gaan van het bovenste werveltje richting staartbeen, maar van onderaf geteld zijn T11 en T12 de eerste wervels die een lichte draaiing kunnen maken. Het lumbale gedeelte van onze wervelkolom kan geen axiale rotatie maken, evenmin als onze staartbeenwervels. T11 en 12 zijn de eerste wervels van beneden af gezien waar beweging mogelijk is. Dus in mijn treintaitres perspectief zijn het de laatste twee bewegende wervels. Daarna staat de wervelkolom stil. Soms is stilstaan het laatste wat ik wil omdat het saai voelt, stom en alsof ik niet evalueer. Maar sta ik niet stil dan sta ik juist stil. Want stilstaan knipt het lichtje aan van… alles van betekenis. Als ik niet stilsta mis ik het leven. Dan gaat ze aan me voorbij zonder dat ik haar voelde. Want stilstaan is een Russisch roulette van voelen; je krijgt óf pijn óf plezier voorgeschoteld, één van beide en meestal eerst het één, dan het andere. Niet willen spelen omdat je pijn niet durft te verdragen betekent automatisch ook geen genieten. Zonder stilstaan is alles vijftig tinten grijs, maar dan zonder sexy betekenis. Vraag is: Wat geeft kleur? Het engelachtige gezichtje van mijn drie maanden oude nichtje en van hoe stil ze wordt als ik voor haar zing, zacht en kort Mango met chocola als ontbijt, tralalala De kinderacrobatiekles, waar Opmerkingen door de lucht vliegen als: “Ik heb het gevoel of ik op een reuzenschildpad door de zee vaar!”. Of die van het meisje, dat toen ik een handgreep uitlegde aan haar en haar zus zei: “Juf! Dit is eigenlijk duimpje kus!” Complimenten (als ik niet stilsta, denk ik dingen als Jaja, jij zegt nu wel dat ik bijzonder creatief ben, maar, weet je niet dat ik ook chaotisch ben en vaak helemaal niet zen?) De liefde en de dans van de lijven van mij en… (oeps!) degene waarover ik mezelf had beloofd er één blog lang niets over te schrijven Kijk. Soms wil ik gewoon gekkigheid. Dan denk ik: Mag ik met de metro in Madrid? Vissen voeren vanuit een onderzeeboot? Vliegen? De ruimte verkennen? Of boemelen in een oude stoomlocomotief? Maar als ik eerlijk ben heb ik met een beetje durf al die extremiteiten niet nodig om extreem te genieten. Want stilte stormt regenbogen. 10/9/2019 0 Reacties T10T10 is de tiende wervel van het thoracale gedeelte van je wervelkolom en tevens een gepantserde legertank uit de Sovjetunie.
Ik was jaloers, vorige week. Jaloers! Oeioeioei wat was ik jaloers. In het verleden zei ik vaak van mezelf gezegd dat ik nooit jaloers ben. Maar dat was natuurlijk niet waar. Ik wilde niet tóegeven –nee niet eens aan mezelf- dat ik jaloers was als ik jaloers was. Een tijdje geleden zei een cursist die me een jaar niet gezien had: “Jij bent veranderd zeg. Voorheen gebruikte jij je lach als schild”. Die opmerking raakte (want ik wierp inderdaad geen lach op als emotieblokker). Mijn positiviteit was mijn pantser: Met mij gaat het top. Met mij gaat het super. Hàhàhà. Ik lach het leven uit in het gezicht. Ondertussen had ik geen compassie voor mijn eigen negatieve gevoelens noch die van anderen. En voor jaloersheid, boosheid en schaamte al helemaal niet. Zulke ‘laag bij de grond-emoties’; daar was geen plek voor in mijn rainbowsandunicornwereld. Maar, en daar komt de liefde weer. Deze blog gaat immers over wat mijn hart sneller laat kloppen en dat is één ding in het bijzonder op dit moment. Een mèns welteverstaan. Nou, ‘hij’ dus. Ik kan niet anders dan kleur bekennen bij hem; groen in dit geval. Radicale eerlijkheid is onze religie. Eerder had ik mijn gevoelens van tafel geveegd. Had ik stoer gedaan, alsof het me niet raakte. Dan had ik gezegd dat ik ‘het allemaal prima vond’. Maar nu niet. Nu legde ik mijn hart op tafel en zei: “Ik ben nu zo bizar jaloers dat ik er boos van ben. Ik schaam mezelf, voel me een kind en zou graag heel wat anders willen voelen maar ik vrees dat dit is wat er is”. Hij zei niet: “Wat aandoenlijk”. Of: “Wat vervelend voor je”. Hij zei niet: “Stel je niet zo aan”. Hij zei zelfs niet: “Wat goed van je”. Weet je wat hij zei? Hij zei: “Frauke, ik vind het heel aantrekkelijk dat je eerlijk tegen me zegt wat je voelt.” Buiten die legertank met rainbowsandunicorngraffiti blijkt het leven toch veel leuker dan daarbinnen. 10/1/2019 0 Reacties T9Weet je nog, lang, lang geleden, net nadat je aan een cirkeltje met gaatjes draaide om te telefoneren, had je de mobiele telefoon met 9 toetsen. Als je één van die 9 toetsen één, twee of drie keer indrukte, kreeg je één van de drie letters die correspondeerden met dat cijfer op je scherm. Dit, zodat je een sms’je oftewel een short message service kon sturen. Die mobieltjes hadden ook een T9 functie: dan toetste je maar één keer de corresponderende toets in van de letters waar je een woord mee wilde maken en T9 gaf je dan een suggestie voor een woord. Je kreeg dan een predictieve tekst; een voorspellend verhaaltje.
Een beetje zoals, wanneer jij een aantal woorden zegt, een ander je zin afmaakt of denkt te weten wat jij bedoelt. Met het verschil dat een telefoon niet kan denken en alleen via algoritme’s kan voorspellen. Sinds ik een lief heb aan de andere kant van het land is mijn telefoonrekening vertweeëneenhalfdubbelt en mijn internetbundel idem. Het kan me niet zoveel schelen. Wat me wel kan schelen is dat mijn telefoon haast een soort vijfde lichaamsledemaat is geworden. Deze week hoorde ik dat wanneer je op je telefoon kijkt, al is het maar een moment, je het half uur daarna geen focus hebt. Ik zou daar ‘geen creativiteit’ aan willen toevoegen. Daar creativiteit voor mij goud is, is zo bezien mijn telefoon het tegenovergestelde van een gold digger. Mijn telefoon gooit steeds het gat dicht wat stilte had gegraven. Ik bemerk: Als ik niet oppas, stippelt mijn telefoon een predictief leven voor me uit. Toch is mijn telefoon naast mijn creativity-killer-vijand ook mijn trouwe vriend. Daarom deze ode aan mijn telefoon: Dankjewel dat je me dagelijks de stem van mijn geliefde laat horen. Dankjewel dat ik door jou zijn poëtische berichten mag ontvangen. Dankjewel dat ik middels jouw scherm in contact kan zijn met mijn mooie vriendinnen aan de andere kant van de stad, het land en de wereld. Dankjewel dat ik elke informatie binnen een handomdraai, nee; enkele vingertikken op mijn scherm kan zien verschijnen. Dankjewel dat ik geïnspireerd mag worden door datgene wat andere mensen delen in woord en beeld over hun leven. Dankjewel dat je me muziek geeft. Dankjewel dat jij mijn agenda en to-do lijsten bijhoudt en zo mijn hoofd minder chaotisch maakt. Dankjewel dat ik foto’s mag maken, het verleden kan bewaren met jou. Mijn telefoonvrindvijand brengt me veel goeds én vraagt om het verlangen ernaar niet steeds en acuut te bevredigen. Thich Nat Han zei zoiets als: We zijn in het leven steeds op zoek naar iets. We verwachten elk moment dat er iets staat te gebeuren. Daarom checken we onze telefoon zo vaak. De waarheid is dat het leven niet om de hoek staat te wachten. Het is hier te vinden. Hier. Mijn nieuwe leus luidt: Het virtueel contact met je geliefde(n) en de wereld maakt blij. Vliegtuigstand maakt vrij. 9/14/2019 0 Reacties T8T8
Tl-buis, verlichting van de nacht Maan Gever van gemoedstoestandenwaan Sinds je vol was vroeg ik je vaker: maar waarom lijkt het niet te lukken om in gelijkmatigheid te leven al was het maar voor even nee het leven voert me nog altijd mee over bergen en door dalen laat me steeds opnieuw verdwalen de weg toch telkens weer hervinden ze schonk me recent mijn langverwachte beminde maar afgedaald van roze bergen met wolkenvleugels bleken bepaalde teugels gevierd, verdwenen had grip de benen genomen en waren andere levensfacetten waar ik misschien ook op had moeten letten opeens gebarsten geluk onherstelbaar stuk doch gisteren, toen je wederom rond was besefte ik pas dat perfecte balans iets is voor verlichten niet bedoeld voor mensen die dichten 8/20/2019 0 Reacties T7T7 is de afkorting voor je zevende thoracale wervel. T-seven is ook de artiestennaam van Judith Hildebrandt; één van de drie voormalige leden van de Duitse popgroep Mr. President die in 1996 doorbraken met Coco Jambo. Je kent het nog wel:
Ayaya Coco jambo, ayayai Put me up put me down put my feet back on the ground Put me up take my heart and make me happy Klinkt als… een verliefdheid. Zo eentje die den mens met wortel en al uit de grond trekt, op een vliegend tapijt plaatst, na een aantal loopings weer zachtjes doet landen, om vervolgend weer op te stijgen en een nieuwe duikvlucht te maken. Zo eentje waarbij je hart zo licht wordt en zo warm dat het vloeibaar in andermans handen stroomt. Zo eentje waarbij je, terwijl je elkaar pas net kent, besluit een paar dagen later samen op vakantie te gaan naar Zwitserland… Locura, heet dat in het Spaans. Liefde, heet dat in het Fraukes. Hetzelfde geluk wat me voorheen kon overspoelen als ik alleen reisde. En ook alleen dan. Dat geluk, maar dan niet gedeeld door twee, maar exponentieel groeiend twee in het kwadraat. Geluk waarbij je jezelf moet knijpen om er zeker van te zijn dat je niet droomt. Wanneer hij al rijdend mijn hand in de zijne nam. De auto leek niet langer te bestaan. Zelfs onze voortgang niet; noch in tijd noch in kilometers. De wereld raasde ónze stilte voorbij, niet andersom. En ik zag niets meer, met open ogen. Liefde maakt niet blind. Het maakt het wezenlijke zichtbaar. Of toen we op onze eerste nacht bij het laatste licht de tent opzetten. En hoe ik bij het licht van de volgende dag met blote voeten de rivier waar we wild naast stonden gekampeerd inliep, zodat mijn gezicht door de zon werd beschenen. Mijn glimlach nóg groter groeide. Terwijl mijn voeten tussen de stenen stonden en het water langs zich voelden vloeien. De zoete geur van reuzebalsemien die de oever over waaide. En hij die naar me keek. Maar vooral het gevoel niets van mezelf te hoeven verstoppen: moois of lelijks. Geen Blauwbaard-achtige kamertjes die niet open mochten. Dagenlang bouwden we geheime gangen van zijn hart naar het mijne en terug. Inmiddels sta ik al weer wat dagen op Nederlandse bodem. Maar Putting my feet back on de ground? Laat me liever nog even hier… 8/8/2019 0 Reacties T6T6 is de afkorting van de zesde wervel van het thoracale gedeelte van je wervelkolom. Ook zijn er twee snelwegen die T6 heten: de ene loopt door Tanzania, de andere door Zambia. In Tanzania belijdt 25% van de bevolking een animalistisch geloof en in Zambia 27% van de bevolking. Een vierde deel van de bevolking van beide landen gelooft dus dat alles bezield is (anima is Latijns voor ziel). Zij zeggen: niet alleen de mens heeft een ziel, ook dieren, planten, stenen, natuurfenomenen als donder, regen, de maan, bergen en rivieren.
In Tanzania, wonen net als in Kenia, de Masaai; een animalistisch natuurvolk. Lang geleden zei de god Engaï tegen een Maasai krijger: “Jullie zullen nooit dood hoeven gaan. Als er iemand dood gaat hoef je alleen maar te zeggen: "Man, sterf en word weer levend. Maan, sterf en blijf dood." De Masaai krijger onthield dat. Toen ging er iemand dood, maar het was een vijand van de Maasai krijger. De Maasai krijger zei: "Maan, sterf en word weer levend. Man, sterf en blijf dood." De mens ging dood en kwam nooit meer terug. De maan kwam elke nacht weer terug. Zo komt het dat mensen dood gaan en de maan elke nacht weer levend wordt. Ik klom afgelopen week over een prikkeldraadhek en zompte over een drassige, moerassige grond, tot ik aan de achterkant van de plas was waar Zij waren. Zij die me al zoveel geleerd hebben in mijn leven. Ik dreef mijn gedachten gedag. Ik hevelde mezelf naar mijn hart en bleef daar. En het klopte harder dan voorheen. En mijn buik bulderde een beetje. Ik kwam niet te dichtbij maar stopte op uitnodigende afstand. En daar kwamen de eerste twee. Kleintjes. Lichtbruin, haast blond, met nog donzige vacht. Ze snuffelden aan mijn uitgestoken hand maar durfden zich niet aan te laten raken. De wat oudere wel. Hun getoupeerde haren zaten vol met klittebolletjes en riepen het beeld in me op van rastafari. Na een tijd zonder tijd aaien en praten zonder woorden kwam de hele kudde langs. Met tientallen trokken ze langs me heen. Sommige gehavend; door beten of onbekende oorzaken. Ik liep met ze mee, en verder; terug. Terug naar de wereld; onze wereld wars van wild. Paarden zetten me bij elke ontmoeting weer terug op de snelweg van mijn ziel. 7/28/2019 0 Reacties T5T5 is zowel de vijfde wervel van de thoracale wervelkolom als een TL lamp die tussen de 40 en 60% minder stoom verbruikt dan de conventionele T8 lamp. Een zuinige verlichting dus.
Ik eindigde laatst het inspreken van een spraakberichtje over mijn crappy communicatieskills en afvallige authenticiteit in een bepaalde situatie, met: “Wanneer worden we nu toch eens verlicht?”“Jaa Frauke,” grapte mijn vriendin. “Wanneer worden we nu eens verlicht? We doen zo ons best. Heel veel op ons hoofd staan, ademhalen, lief zijn voor onszelf en voor anderen, alles proberen goed te doen en dan nog is het niet goed”. Ken je dat? Dat je het ene moment alleen op een strandje ligt. Bootjes varen voorbij waardoor golfjes glijden. De zon zoetjes en zacht. Je wandelt naar huis. Glimlachend. Gelukzalig. En dan gebeurt er iets. Vervelend nieuws over de telefoon. Een ongemakkelijk gesprek. En weg is het gelukzalige lichte gevoel; plaatsgemaakt voor zwart. Gisteren hoorde ik een verhaal: een trainer zette met een stift een stip op een blad en vroeg: “Wat zien jullie hier?” Het antwoord van zijn groep was: “Een zwart stipje.” Zijn respons? “Interessante observatie, dames en heren. Ik zie iets heel anders, namelijk een wit vel papier met een zwart stipje erop.” De ochtend ervoor was ik met mijn hiel in een punaise was gaan staan en ik verbaasde me erover hoe één vierkante millimeter van je lijf je gehele zijnstoestand drastisch kan beïnvloeden. Brené Brown ligt nog steeds naast mijn bed. Haar boek Dare to Lead dan hè. Haar hoofdstukken zijn een lichtpunt in mijn leven en in het derde gebruikt ze in een intrigerend stuk tekst één van mijn Engelse lievelingswoorden: wholeheartedness. Hoe vertaal je zoiets? Als complete, gecommitteerde oprechtheid? Of: hartelijke openheid? Zoals mijn neefje Maarten altijd zegt: het Engels is een veel rijkere taal dan het Nederlands. Dus laten we in dit geval het maar niet eens probéren te vertalen. Ik citeer Brown wederom: Het ego heeft geen interesse in wholeheartedness, alleen in zelfbescherming en in het ontvangen van admiratie van anderen. Ons ego zal alles doen om het ongemak dat geassocieerd wordt met kwetsbaarheid, of zelfs met nieuwsgierig zijn te ontlopen of op zijn minst te minimaliseren omdat het te riskant is. Wat zullen anderen denken? Wat als ik iets ongemakkelijks ontdek over mezelf wat ik niet wil weten? Terwijl het ego machtig is en opdringerig, is het maar een klein deeltje van wie we zijn. Het hart is gigantisch in vergelijking tot het ego en haar vrije, wholehearted wijsheid kan alle kleinheid en de zucht naar leuk gevonden willen worden tenietdoen. Jim Hollis, een Jungiaanse analyticus omschrijft het ego als ‘dat dunne wafeltje van bewustzijn dat drijft op een regenboogkleurige oceaan; ziel geheten’. Ons ego is als dat zwarte stipje op het witte vel. Of als het zere stipje dat die vermaledijde punaise in mijn voet heeft achtergelaten. Onze ziel is het witte papier. Verlichting is het minuscule zwarte stipje zien in het licht van het immens grote geheel. 6/26/2019 0 Reacties T3 |
AuteurFrauke, 33 jaar Archieven
Juni 2019
Categorieën |